Bordjesdrager.

Onze schutterij wordt voorafgegaan door een jeugdlid met een bord, waarop de naam van de vereniging en tijdens de optocht het optochtnummer vermeld staat.
Het mooiste bordjesdrager is tijdens de schuttersfeesten ook een wedstrijdonderdeel. De jury beoordeelt o.a. of niet te ver voor de groep uit gelopen wordt en er geen overdreven passen gemaakt worden.

 

Sappeurs.

Achter de bordjesdrager lopen onze sappeurs. Deze vormen een markante verschijning. Met hun berenmuts, baard en leren schort, een bijl op de schouder en materiaaltas zijn zij klaar om, waar nodig, hindernissen op te ruimen. Het verschil tussen een bieleman en een sappeur zit in het feit dat de bieleman een boerenkiel draagt en de sappeur gekleed gaat in een militair uniform.
 

 

Tamboer-maître.

De drumband staat onder leiding van de tamboer-maître. Hij bepaalt welk muziekstuk er gespeeld wordt. Met zijn stok geeft hij het tempo aan en de richting waarin het korps zich moet verplaatsen.

 

Drumband.

De muzikale omlijsting vormt de drumband. Van verre hoort men ze al aankomen. Onze drumband is een z.g. klaroenkorps, bestaande uit slag- en blaasinstrumenten. Nadat de band tijdens een schuttersfeest in de optocht zijn best heeft gedaan,wordt in “de ring uitgetreden”. Hierbij worden voor een vakkundige jury twee muziekstukken gespeeld. Eén stilstaand en één in volle mars. Zo wordt niet alleen beoordeeld of er zuiver gespeeld wordt, maar ook of dit in gelijke pas en ordelijke formatie gebeurd.

De individuele muzikanten kunnen tevens deelnemen aan het solistenconcours. Hierbij zijn het met name de jeugdigen die hun kunnen vol overgave ten gehore brengen.


Marketentsters.

Een marketentster trok vroeger met het legeronderdeel mee en was gerechtigd om aan de soldaten waren te verkopen zoals drank, voedsel en kleine benodigdheden voor het dagelijks leven. Drank verkocht ze uit het typische vaatje dat ze op de heup droeg. Ook verrichtte ze soms werkzaamheden zoals het wassen en verstellen van de kleding van de soldaten. Sinds Hemelvaartsdag 2017 zijn de marketentsters een nieuw onderdeel van onze schutterij.

Vaandel.

Het vaandel symboliseert trouw aan en eerbied voor de kerk en het vaderland. Zonder vaandel mag de vereniging zich geen schutterij noemen. Onze schutterij voert drie vaandels: het verenigingsvaandel (waarop onze naam, het oprichtingsjaar en de afbeelding van onze schutspatroon zijn geborduurd), de Nederlandse en de Limburgse vlag. Alle vaandels worden gedragen door een lid in de rang van vaandrig.

 

Officieren.

Achter de vaandels marcheren de officieren. Zij zijn getooid met een fraaie pluim, sjerp om de heup en ze dragen een sabel. Tot het officierskorps behoren vaandrig, adjudant, 2de luitenant, 1ste luitenant, kapitein, majoor, luitenant-kolonel, kolonel en generaal.

 

Overige rangen.

De sergeant-majoor loopt als tambour-maître voor de drumband en naast de colonne loopt de commandant in de rang van kapitein. De meest rechtse tamboer in de voorste rij heeft de rang van sergeant evenals de éérste (alléén lopende) geweerdrager. Zij zijn herkenbaar aan de enkele gele mouwstreep. De laatste (ook alléén lopende) geweerdrager heeft de rang van korporaal, herkenbaar aan zijn enkele rode mouwstreep.

Koning.

Omhangen met de zilveren koningsplaten en vergezeld door zijn koningin vormt deze letterlijk en figuurlijk het schitterend middelpunt van de vereniging. Naar eeuwenoud gebruik wordt op Hemelvaartsdag “op de vogel” geschoten. Hierop schieten de leden in volgorde van loting beurtelings net zo lang tot het laatste stukje valt. Hij/zij die dit naar beneden schiet, mag zich gedurende het komende jaar koning(in) van de schutterij noemen.

Geweerdragers.

Achter de officieren marcheren de geweerdragers of soldaten. In rotten van vier (oude exercitie), het geweer aan de rechter schouder, vastgehouden met een gebogen arm met de hand aan de riem. Volgens de regels moet een vereniging minimaal 16 gewapende leden tellen om officieel als schutterij te gelden.

Op het schuttersfeest tonen de leden van het exercitiepeloton hun bekwaamheid in het uitvoeren van de commando’s. Rechts of links uit de flank, opmarcheren, knielen, liggen, diverse geweerhandelingen, enzovoort. Hoe hard er thuis ook geoefend is, het “uittreden” op het schuttersfeest geldt steeds weer als een vuurdoop. Als de zenuwen van menige schutter door de keel gieren, is een klein foutje al snel gemaakt. En de jury ziet bijna elke misstap. De exercitiewedstrijd moet dan ook als een sport in zelfbeheersing en concentratie gezien worden.

Hospitaalsoldaat.

Deze gediplomeerde EHBO'er loopt als laatste. In de tas die hij draagt, zitten eerste hulp materialen, Op zijn mouw en op zijn tas draagt hij een rood kruis.
Hij heeft tevens een revolver en telt dus mee als gewapend lid.