OUD-GENERAAL, VOORZITTER EN EREVOORZITTER
VAN DE KONINKLIJKE SCHUTTERIJ ST.-LAMBERTUS OIRSBEEK
GERARD FLEISCHEUER
(deel 2)
VERZET EN JOODSE ONDERDUIKERS
Gerard Fleischeuer was een felle tegenstander van het nazidom vanaf de opkomst in Duitsland en Nederland Zo werd hij in januari 1943 benaderd door rector Voesten uit Heerlen van de Landelijke hulp voor Onderduikers (L.O.) of zijn gezin onderduikers wilde onderbrengen. Ondanks hun vijf kinderen werden op 15 februari 1943 tien Joodse onderduikers bij hen ondergebracht. Acht namen van hen zijn nog bekend en wel:
Het echtpaar Max Wolff met dochter Diny uit Sittard, Nannia de Keizer uit Utrecht, mevr. Goedhart met dochter Yvonne uit Roermond, de heer Schepp met dochter Emma uit Maastricht en een moeder met haar driejarig zoontje. De onderduikers verbleven op de bovenste verdieping.
Het ging tien maanden goed, totdat de zaak werd verraden door infiltratie van collaborateurs in de verzetsgroep. Fleischeuer werd door de Sicherheitspolizei (SiPo) gearresteerd.
Twee dagen na zijn arrestatie op 18 november 1943 liet de NSB-burgemeester van Oirsbeek Willem Henkens (uit Den Haag) de NSB-commissaris van de Provincie Limburg, graaf Max. de Marchant et d’Ansembourg uit Amstenrade, per brief weten dat Gerard Fleischeuer in de avonduren van 16 november 1943 was gearresteerd. Gerard werd op transport gesteld naar de beruchte strafgevangenis in Scheveningen (Oranje Hotel). De tien onderduikers werden op 17 november afgevoerd naar Westerbork en van daaruit naar Duitse vernietigingskampen.
Gerard Fleischeuer kwam zonder vorm van proces rond Kerstmis 1943 terecht in het concentratiekamp Vught en eind mei 1944 werd hij tezamen met honderden landgenoten op transport gesteld naar Dachau bij München, het oudste concentratiekamp van de Nazi’s.
Door zijn ervaring als ambtenaar en organisatietalent zou hij enige tijd in de kampadministratie gewerkt hebben. Later kwam hij terecht in het buitenkamp “Aussenlager” Allach bij Dachau waar hij tewerk werd gesteld in de fabriek van de Bayerische Motor Werke AG (BMW), die voornamelijk vliegtuigmotoren produceerde.
Gedachtenisprentje van Concentratiekamp
Na bijna anderhalf jaar gevangenschap en dwangarbeid in diverse kampen overleed de 56-jarige Gerard Fleischeuer op Witte Donderdag 29 maart 1945 als “Insasse des K.Z. Lagers Dachau unter Häftlings Nr. 69035". Dit, terwijl het Amerikaanse leger met zijn bevrijdende opmars bezig was. Zo bevrijdde de 45e Infanterie Divisie van het 7e Amerikaanse leger op 29 april 1945, exact een maand na het overlijden van Fleischeuer, kamp Dachau.
Bidprentje van Gerard Fleischeuer
Gewoonlijk werden de doden in de concentratiekampen gecremeerd, maar met het Amerikaans bevrijdingsleger in aantocht was men hiermee te Dachau reeds in januari 1945 gestopt en ook wegens gebrek aan brandstof. De lijken werden in geordende massagraven op de Leitenberg te Dachau begraven en er werd een goede administratie van bijgehouden, zodat latere lokalisering en identificatie mogelijk zouden zijn.
In 1959 startte het onderzoek met behulp van Bureau Gravendienst van het ministerie van Defensie. Nadat zijn dochter Felicie (Fé) enkele keren naar Dachau was gereisd om haar vader te identificeren, was herbegrafenis in Nederland mogelijk.
Herbegrafenis van Gerard Fleischeuer
De lijkkist werd geflankeerd door de schutters van de Koninklijke Schutterij St.-Lambertus
V.l.n.r. Theo Offermans, Paul Kusters, generaal Jan Roberts, familieleden Fleischeuer en op de rug gezien, Zef Debije, Zef (van Meij) Roberts en Math Debije.
(Foto van de fam. Servaes-Fleischeuer )
De plechtige H. Mis voor Gerard Fleischeuer werd op zaterdag 4 december 1965 in de St.-Servaaskerk opgedragen door pastoor Jacques Frijns. Ten tijde van de arrestatie van Fleischeuer was Frijns kapelaan te Oirsbeek en eveneens oud-gevangene van een Nazikamp. Fleischeuer werd herbegraven in de erehof op de algemene begraafplaats aan de Tongerseweg te Maastricht in vak R nummer 19B.
Tijdens de dienst en op het kerkhof vormden de officieren van de Koninklijke Schutterij St.-Lambertus de erewacht.
Onder een enorme belangstelling werd afscheid genomen van de verzetsheld uit Oirsbeek met onder andere het gemeentebestuur uit Oirsbeek, de burgemeester van Maastricht, het Limburgs Verzet, de Vereniging van ex-politieke gevangenen, de schuttersbond en officieren van het garnizoen. Aan het open graf sprak de heer J. van Gelder, voorganger en leraar van de Joodse gemeenschap te Maastricht en noemde Fleischeuer een parel. “Waar die heen komt of blijft, het is altijd een parel”. Namens de Koninklijke schutterij St.-Lambertus sprak secretaris Jos (Zef) Mulkens gevoelige woorden.
Grafsteen van Gerard Fleischeuer op het erehof van de begraafplaats te Maastricht.
(Foto van Luc Wolters)
Op 11 juni 1945 werd door Victor Zelissen ambtenaar van de burgerlijke stand te Oirsbeek de volgende inschrijving gedaan onder akte 17: “aangeving schriftelijk gedaan uit eigen wetenschap door Van de Berg, kapper, wonende te Haarlem dat op 29 maart 1945 om 22 uur 30 in het Arbeitslager Allach te Dachau Duitsland is overleden Gerard Fleischeuer”
Op 25 april 1950 werd door het “Sonderstandesamt Arolsen, Kreis Waldeck (D)” een “Sterbeurkunde” (overlijdensakte) afgegeven dat “Der Gemeindesekretär Adèle Jan Gerard Fleischeuer, katholisch, Staatsangehörigheid Niederlande, wohnhaft in Oirsbeek am 29 März 1945 um 22 Uhr 30 Minuten in Dachau ist verstorben”.
Nadat zijn overlijden bij de familie bekend werd, hield zij op donderdag 7 juni 1945 om 10.30 uur een lijkdienst voor de overleden Gerard Fleischeuer in de kerk te Oirsbeek.
De schutterij St. Lambertus hield voor hun overleden “eere-voorzitter” en voorzitter van de Bond van Geweerdragende Schutterijen in Midden-Limburg, de heer Gerard Fleischeuer, op zondag 24 juni 1945 om 10.00 uur in de Oirsbeekse parochiekerk een plechtige hoogmis voor zijn zielenrust. De kosten voor deze hoogmis bedroegen fl. 6,-.
Overlijdensadvertenties Centraal Bureau voor Genealogie - Den Haag
Op 19 september 1946 ontvangt de weduwe P.C. Fleischeuer-Bettonville een schrijven van koningin Wilhelmina, waarin zij met het verlies van haar man oprechte deelneming betuigt.
Schrijven van Koningin Wilhelmina uit 1946
(Uit de privé-collectie fam. Servaes-Fleischeuer)
Zijn echtgenote Philomèna Bettonville overleed op 30 oktober 1967 in Huize Assumptie te Hulsberg en werd niet ver van haar man te Maastricht begraven.
Als eerbetoon aan Gerard Fleischeuer werd de Midden-Limburgse Bond van Geweerdragende Schutterijen, gevestigd te Amstenrade, tijdens een vergadering op zondag 1 juli 1945 te Oirsbeek omgedoopt tot Schuttersbond Sint Gerardus Amstenrade. Hij was immers de eerste bondsvoorzitter. Ook de gemeente Oirsbeek liet zich niet onbetuigd en in 1986 werd een straatnaam naar hem vernoemd. Aan Gerard Fleischeuer werd postuum op 30 maart 1982 door burgemeester Frans Loefen, “Het Verzetsherdenkingskruis” uitgereikt, dit volgens een Koninklijk Besluit van 29 december 1980.
Op zondag 11 november 1990 kregen Gerard en zijn vrouw Philomèna Bettonville (postuum), als dapper echtpaar de hoge Israëlische Yad Vashem-onderscheiding uitgereikt. Dat vond plaats in de hoofdsynagoge van Maastricht door de culturele attaché van de Israëlische ambassade.
Oirsbeek, 19 juli 2011,
Archivaris Wim Douven.
- Geraadpleegde bronnen:
- Slachtofferregistratie van de Oorlogsgravenstichting Den Haag
- Kerkelijke doop- huwelijks- en overlijdensregisters van de parochie St.-Lambertus Oirsbeek
- Burgerlijke stand van de voormalige gemeente Oirsbeek
- Informatie over Gerard Fleischeuer uit het archief van de voormalige gemeente Oirsbeek
- Limburger Koerier van 21 maart 1940
- Limburgsch Dagblad van 1 augustus 1942
- Limburgsch Dagblad van 19 november 1942
- Limburgsch Dagblad van 3 juli 1945
- Overlijden- en rouwadvertenties, Centraal Bureau voor Genealogie - Den Haag
- Limburgs Schutterstijdschrift no. 66 blz. 34 t/m 37 Ter herdenking aan de Oirsbeekse OLS-secretaris en naamgever bond St.-Gerardus, door Dr. Luc Wolters
- Archief van de Koninklijke Schutterij St.-Lambertus
- Allerhande informatie en krantenartikelen over Gerard Fleischeuer van de familie Servaes-Fleischeuer uit Heerlen
- Boekhouding van de R.K. Zuid-Limburgschen Bond van Geweerdragende Schutterijen gevestigd te Amstenrade. Kroniek van een schuttersbond
- Bid- en gedachtenisprentje is uit de collectie van de schrijver